Helend interieur
Het woord “Biophilia” werd voor het eerst geintroduceerd door een psychoanalyticus genaamd Erich Fromm die verklaarde dat Biophilia de “gepassioneerde liefde voor het leven en voor alles wat leeft is … of het nu gaat om een persoon, een plant, een idee of een sociale groep” uitgebreid over geschreven in zijn boek The Anatomy of Human Destructiveness in 1973. Fromm’s benadering is die van een psychoanalyticus (een persoon die het onderbewustzijn bestudeert). Hij presenteerde in dit veld een breed spectrum omdat hij biofilie een biologisch normaal instinct noemde.
“BIOPHILIA; LIEFDE VOOR LEVEN EN VOOR ALLES WAT LEEFT..”
De term is sindsdien door veel wetenschappers en filosofen gebruikt en over het algemeen aangepast aan verschillende studiegebieden. Enkele opmerkelijke vermeldingen van biofilie staan in Edward O. Wilson’s boek Biophilia (1984), waar hij de benadering van een bioloog nam en voor het eerst de “Biophilia Hypothesis” bedacht en het begrip populariseerde.
Wilson definieerde biofilie als “de aangeboren neiging om zich te concentreren op het leven en levensechte processen”, bewerend dat een verband met de natuur niet alleen fysiologisch is (zoals Fromm suggereerde), maar ook een genetische basis heeft. De biofilie hypothese is het idee dat mensen een erfelijke behoefte hebben om zich te verbinden met de natuur.